Toen ik vanmorgen na een goede nachtrust de caravan uitstapte, liep ik tegen een haast tropische muur. In de voortent was het behoorlijk warm. Logisch, want die staat op het zuidoosten gericht. Dus snel de boel open gegooid. De voorwanden heb ik tot halverwege opengeslagen. Uit het zuidwesten waait een opvallend koel windje. Ergens ook wel logisch, want die komt van over het water van het Zuidlaardermeer. Vandaar dat de caravan zelf lekker koel is.
Eerst heb ik Fenna uitgelaten. We liepen langs een weiland met Hooglanders. Mooie beesten, die geen boe of bah (Fenna draaide voor hun ogen keurig haar ochtendhoopje) zeiden. Ze zijn nogal schuw, maar ook nieuwsgierig. Jammer van die gele plastic nummerplaten aan die oren. Die herinnerden mij eraan, dat ze van mensen zijn.
Na de koffie zijn we met Fenna gaan zwemmen. Aan het meer is keurig rekening gehouden met honden. Er zijn aparte stukken gereserveerd voor de viervoeter, de naaktloper en de normale mens. De normale mens kan daar ook van een restaurant gebruik maken.
Fenna heeft zich prima vermaakt in het water. Af en toe kreeg ze gezelschap van andere, grotere honden die met haar stok vandoor gingen. De grootste kreeg het toen met Fenna aan de stok, ondanks dat ze geen stok meer had. Tegen lunchtijd stapten we weer op de fiets. Op weg naar de caravan was ze zo moe, dat ze zich even meldde bij Sonja. Ze duwde een paar keer met haar snuit tegen haar been. En dus kreeg ze een prominente plaats in haar mand, voorop de fiets.
Op de camping onderging ze even een afspoelbeurt onder de tuinslang. Er is hier wel een wasmachine en centrifuge, maar daar is ze nu te groot voor.