Ze heeft een vaste slaapplaats tussen twee banken in. Daar hebben we Fenna's kussen gedeponeerd. Die twee bankjes worden nauwelijks gebruikt. De bijbehorende tafel, die je kon laten zakken om er een bed van te maken, is weggedaan. Maar er ligt nog een aantal plankjes waarmee we alsnog een extra bed kunnen maken.
Zolang we beiden in of rond de caravan zijn, is er wat Fenna betreft niets aan de hand. Dan blijft ze lekker op haar kussen liggen. Maar zodra een van ons weggaat, is ze de onrust zelve. Dat wil zeggen, dan gaat ze bij de deur van de voortent zitten wachten totdat de verloren zoon of dochter weer terug is. Dan is alles weer goed. Ze is dan zo blij; net alsof ze iemand jaren gemist heeft. Mocht het erg koud zijn, wat nog niet eerder is gebeurd, dan kan haar plekje ook nog een dakje krijgen. Het kussen vertoont na verloop van tijd een flinke kuil dan schud ik hem even flink op. Ik bedoel maar, Fenna is per slot van rekening een Friese stabij en geen Duitse herder. Dus geen kuilen in de caravan.