De Pipo-wagen |
Dit keer niet direct, want ik sta alleen de afwas te doen. Totdat een kale meneer even een paar glazen komt afspoelen. “Zo, u heeft nog flink wat te doen”, zegt hij lachend. “Ach ja”, antwoord ik, “na het eten fluisterde ze in mijn oor dat ze gespaard had. Maar het ging niet over geld... ”
Meneer lacht niet, maar kijkt mij vol medelijden aan. Ik denk : "Als ie maar niet gaat huilen." Ik gooi het maar vlug over een andere boeg : “Wat vindt u eigenlijk van de kleur van het haar van uw vrouw? Ze heeft toch pas haar haren geverfd?” Voor de mensen die niet hier kamperen : de kleur lijkt oranje, maar dan verkeerd gewassen en gebleekt. Het haar lijkt op een soort korenschoof in de rode avondzon. Het staat nogal opstandig voor een vrouw van ver in de zestig.
Even aarzelt hij. Dan zegt hij ontwijkend : “Ach ze wilde het zo graag.” Maar dat vroeg ik dus niet. “Ik bedoel, vindt u de kleur mooi?”, houd ik vol. Weer aarzelt hij. Nu wat verlegen : “Ach, ze vindt het leuk. Maar ik moet nu gaan”, en hij verlaat vlug het afwashok.
Ik kijk hem na en denk : ‘Man, man, man, dat moet je toch niet goed vinden! Ze kan zo in de Pipowagen gaan zitten met die rare pruik. Dat vindt de hele camping leuk. Nee dus, hij heeft zelf geen mening. Zou ie na de seks ook gaan stofzuigen?