Van dichtbij maak ik weer iemand mee die dementeert. Tante Griet had er ook last van. Volgens mij heette dat vroeger kinds worden. Ze was heel lief hoor en had altijd een pop bij haar.
Het geheugen holt achteruit en het karakter heeft steeds minder last van belemmeringen. "De vernislagen bladderen af", heb ik weleens ergens gelezen. Dus flapt zo'n iemand er van alles en nog wat uit. Dat kan soms erg vervelend zijn, zelfs pijnlijk, vooral als je niet weet of begrijpt wat dementie inhoudt.
De telefoon rinkelt vele malen per dag om telkens dezelfde vragen te beantwoorden. Na het zoveelste telefoontje reageren met : "Dat vraag je me nu voor de twaalfde keer vandaag!", heeft geen enkele zin. Net zo min als boos worden.
Soms leidt het tot vreemde situaties. Zo stond eens een mooie jonge vrouw in een prachtige bruidsjurk naast ons, vraagt de dementerende mij vertwijfeld : "Wat doe ik hier eigenlijk? Weet jij wat er straks gaat gebeuren?" Dan is het vreemd te moeten antwoorden : "Vandaag trouwt uw dochter." Even wordt er vreemd gekeken en dan volgt : "O ja. natuurlijk. Maar waarom weet ik dat niet?"
Ergens heeft de ziekte ook iets vertederends. Net alsof je met kleine kinderen omgaat. Die vragen ook wat ik aan het doen ben, terwijl ik de auto sta te wassen. Maar dan zeg ik voor de grap : "Ik ben patat aan het bakken." Dat doe ik dus niet bij een dement iemand. Dat zou de verwarring alleen maar nog groter maken.