zondag 20 december 2020

Met dank aan de Corona

Telkens als ik daar voorbij wandel met Fenna, zie ik haar met haar kleinkinderen zitten. Ze heeft er vier stuks. In werkelijkheid lijken het haar kinderen en niet die van haar zoon en schoondochter. Want de kinderen zijn daar dagelijks en dag en nacht. Ja, ze slapen ook bij oma. Voorheen was het excuus van de ouders, dat ze het druk hebben en in het weekend recht hebben op rust! Ja, ja, en dan toch 4 kinderen op de wereld zetten. Oma durft geen nee te zeggen, want dan wordt haar zoon heel erg boos op haar. Hij dreigde al eerder, dat ze de kleinkinderen nooit meer zou zien als ze een keer 'neen' zeggen zou. Oma is dus bang voor haar zoon. Ik zeg het vaker : wie het over de kinderen heeft, spreekt over zichzelf.
Toen begin dit jaar het virus losbrak, was dat een nieuwe reden om de kinderen bij oma te parkeren. Beide ouders werken nu thuis en dan zijn kinderen niet gewenst. Ik ken haar zoon als een grote luie, verwende dikzak. Zij lijkt mensenschuw. Afgezien van de dagelijkse zorg is er nog iets wat oma erg dwarszit. Haar huis ziet eruit alsof het net opgeleverd is. Kale muren, niet overal gordijnen of vitrages, de tuin lijkt een oerwoud. Ze heeft de aanpassingen voor het opvangen van de kinderen (bedden, beddengoed, toiletartikelen enz.) zelf moeten bekostigen. Toch durft meneer op te scheppen over zijn goed betaalde baan bij een bank.
Maar ja, oma heeft het allemaal laten gebeuren. Toen ze hoorde over de andere oma die nu op een gesloten afdeling zit, zei ze : "Dat doet mijn zoon straks ook met mij, als ik niet meer op hun kinderen hoef te passen. Hij vindt mij maar lastig." Ik begrijp die apathische houding helemaal niet.