donderdag 10 december 2020

In de wachtkamer

Maar toch. Het zal als ouder maar overkomen. Op een slinkse manier ben je afgevoerd en op een gesloten afdeling van een tehuis terechtgekomen. Zo woon je nog zelfstandig en doe je dagelijks je boodschappen en een paar dagen later zit je achter slot en grendel. Een vooruitzicht dat je telefonisch te horen kreeg van een van je kinderen. Alsof je op transport moest, zo zei je nog, omdat je beide kinderen vinden dat het moet. Want volgens hen ben je dement. Iets wat wij zo'n zes jaar geleden al van hen vernamen en vruchteloos hebben getracht te weerleggen. Je mag niet zelf bepalen wat je wel en niet wilt meenemen. Ook dat doen je kinderen. Dus mis je in je nieuwe woonomgeving je dierbare herinneringen, zoals fotolijstjes, fotoalbums, kaartjes, tekeningen en boeken. Alles was voorgekauwd. Je financiën zijn je afgenomen en het personeel heeft strikte instructies gekregen. Bezoek wordt allen toegestaan na groenlicht van je dochters. Je telefoon is ingenomen. Je bent uit je eigen leven door je eigen kinderen weggerukt en geïsoleerd van de buitenwereld. Rest nog enkel wachten in de wachtkamer van de dood. Gedurende die tijd zal je je misschien afvragen : "Hoe heeft het zover kunnen komen, dat m'n eigen kinderen mij dit aandoen?"