maandag 24 februari 2020

Het wagenpark van pa

bij de kever op Curaçao
Al dwalend door mijn foto's kwam ik een aantal keren een auto van mijn ouders tegen. Ik heb ze aan elkaar geknoopt, inclusief de auto's waarvan geen foto's in mijn bezit zijn. Ik wat links gemaakt voor de leergierige of om het geheugen wat op te frissen.
Het was op Curaçao dat mijn vader zijn rijbewijs haalde. Dat was in 1962. Gevolg was dat hij op dat mooie eiland onze eerste auto kocht : een knalrode VW kever in Amerikaanse uitvoering. Opvallend, want mijn pa bezigde vaak de uitdrukking 'rot-moffen'. Ook opvallend want hij heeft voornamelijk in Azië tegen de Jap gevochten. De rode Duitser is later meegegaan naar Nederland, waar ie nog een tijdje heeft rondgereden. Halverwege de jaren 60 ruilde pa de kever in voor een zeegroene VW sedan uitvoering, met nog steeds de motor achterin. Maar wel een stapje hoger qua comfort.
Mijn vader vond dat ie de auto's op tijd moest inruilen voor een nieuwe. Dus de zeegroene werd na zo'n 2 jaar ingeruild voor een blauwe fastback, ook wel Ponton genoemd; een 1600 TL met het opvallende (blauwe) kenteken 19-02-BV. Dat was de laatste auto wat VW betrof. Pa gaf de wagen na een aantal jaren weg aan een familielid en kocht toen een licht groene Toyota Carina 1600. Die auto kostte toen (na midden jaren 60) net geen Hfl. 10.000. Wat was die Jap compleet voor dat geld! Niets extra bijbetalen voor een matje of een radiootje, gewoon compleet. Toyota wilde toen de automarkt veroveren, vandaar. En rijden dat die Carina deed; als een speer
al vond ik de besturing vrij wazig.  Ik had het namelijk genoegen vrij snel na het behalen van mijn rijbewijs voor de auto, in de Toyota te mogen sturen. We reden toen naar Stolzenau (D) en weer terug. Ik herinner me nog dat pa op zeker moment zei : "Zo jôh, en nu gaan we weer rustig rijden." Haha. Ja ik trapte het gaspedaal aardig in. Ik merkte trouwens toen ook dat pa een andere rijstijl had. Wat onzeker vond ik. Maar ja, hij was de 40 al gepasseerd toen hij zijn rijbewijs haalde en ik was nog jong en onbevangen en had al flink rijervaring op de motorfiets opgedaan.
De Carina ging ook naar een familielid, mijn broer in dit geval. Pa stapte zowaar over op een beige BMW 1502. Pa had eerder de aanschaf van een gebruikte BMW uit de 5 serie overwogen, maar schrok van de operationele kosten. Dus werd het toch weer een nieuwe auto. Begin jaren 80 wilde pa per se een vierdeurs auto hebben. Het krampachtige gedoe van de passagiers met die twee deuren was ie zat. De tweedeurs BMW maakte plaats voor een goudbruine Mitsubishi Galant Sigma met wederom een 1600 motor. Een grote luxe reiswagen met fraaie dubbele ronde koplampen. Die auto reed zo prettig, dat ik zelf niet veel later de station versie (Mitsubishi Wagon GLX) met vier rechthoekige koplampen koos als leaseauto. De Galant was de laatste wagen die pa kocht. Nadat hij erachter kwam dat hij zich niet meer prettig voelde achter het stuur, heeft hij zijn rijbewijs in een lade gedaan en afscheid genomen van de Galant. Overgedaan aan een familielid.