maandag 24 februari 2020

Afgebrand worden

Je moet er maar tegen kunnen. Want dat is wel nodig wanneer je aan jezelf wilt werken. Afgebrand worden in bijzijn van anderen, medecursisten. Niet iedereen kon daar tegen. Er waren er die huilend of scheldend het lokaal verlieten. Ik had met hen te doen. Misschien kon ik daar wel tegen, omdat ik als kind soms gepest werd; ik leerde vroeg incasseren. Pas later begon ik met uitdelen. Afbranden, slopen en dan opnieuw opbouwen. De docenten waren niet echt meedogenloos. Dus openstaan voor is daar wel de basis voor.
Ze waren zeker geen Volmac figuren. Het bleef wel netjes bij sec kritiek. Daarna kwam de opbouw vanuit de vraag 'Wat kan beter of kan anders'. Zo leerde ik op welke punten ik me zou kunnen verbeteren. Tijdens de invoering van kwaliteitssystemen kwam ik mensen tegen, die gesprekken over werkprocessen en/of resultaten zich persoonlijk aantrokken. Zij konden zich niet losmaken van het proces of resultaat. Die stonden ook niet open voor verbetering / verandering. Dat was jammer. Voor hen, want ze werden elders aan het werk gezet.
Zelf speelde ik vaak stommetje. Dom kijken en goed luisteren. Vervolgens kopiëren en als het even kan nog beter doen. Ik noemde dat 'op z'n Japans'. Haha!
Omdat het leven mij veranderd heeft hoeft het voor mij niet meer zo nodig. Ik ben wie ik ben. Ik ben sindsdien bepaalde opmerkingen en/of gesprekjes als gezeur gaan ervaren. Ik ben andere dingen belangrijker gaan vinden. En ik ben er te vaak mee bezig geweest. Alles waar te voor staat is immers niet goed.
Die hele aanpak van mijn ego is in wezen dezelfde als bij de ontwikkeling van nieuwe systemen. Ik onderzocht eerst hoe de huidige situatie was inclusief de knelpunten. Vervolgens inventariseerde ik de eisen en wensen voor de nieuwe situatie. Die leidden dan samen met nog wat ingrediënten tot een of meer voorstellen voor een nieuw systeem. In wezen heb ik ook zo aan mijn eigen systeem gewerkt. Met als belangrijkste hulpmiddel een spiegel.