Niet alleen voor mijn werk hield ik een (project)dagboek bij. Ook privé, gedurende de periode dat ik niet meer helemaal mezelf meer was. Bijna dagelijks schreef ik in korte bewoording op, hoe het met mij gesteld was en wat ik gedaan had om aan mijn genezingsproces te werken.
Dat dagboek had ik dus wel nodig. Niet alleen omdat mijn korte termijn geheugen mij in de steek liet. Ook voor de gesprekken bij het UWV. Zo had ik mijn eigen dossier. Dat was niet compleet, want ik heb van de gesprekken bij het UWV niet alles kunnen onthouden. Ik heb ter plekke ook geen aantekeningen gemaakt. Dat was voor mijn grijze massa te veel en te lastig. Vaak kon ik me niet echt veel herinneren van zo'n gesprek. Ik hield er wel telkens een wat unheimisch gefühl aan over. En dus wist ik dat het niet goed zat. We zaten niet op één lijn. Er werd aan mij gesjord om me weer aan het werk te krijgen. Daar ging het vooral over. Ik kreeg van het UWV niet de tijd en gelegenheid om te herstellen. Ik zou en moest aan de slag, terwijl ik na een herkeuring voor 80% afgekeurd was. Die herkeuring was trouwens niet goed verlopen (fout UWV), dus kreeg ik met een sollicitatieplicht te maken. Daar ging men vrij coulant mee om, wat de spanning / druk bij mij deed afnemen.
Het dagboekje liet zien dat ik o.a. hoe vaak ik therapie kreeg en wanneer, wat ik met de uitgebrachte adviezen gedaan heb, zoals in de buitenlucht met de handen bezig zijn (zoals zwerfvuil opruimen, folders / post bezorgen, fruit plukken enz.). Ze gaven ook een beeld van hoe ik me toen voelde.
Mijn privé dagboekje was opgebouwd in tabelvorm met vier kolommen, beginnend met een oplopende nummering, de datum / tijdstip, de activiteiten van die dag /periode en een kolom met eventuele opmerkingen. De laatste gingen vaak over hoe ik me voelde.
Afgelopen weken hebben we weer zo'n dagboekje opgezet naar aanleiding van de aanrijding van achteren.