Tijdens mijn bezoekje aan Franeker, ging het dus ook over de opvoeding, die we van onze ouders hadden gekregen. Terugkijkend is het misschien daarom dat we weinig op hebben met het geleuter over het klimaat. Komt bij dat wij uit een tijd komen, waarin recycling heel gewoon was. De verpakkingen waren van papier, dat later werd opgehaald. Vaak door kinderen om een zakcentje te verdienen. Maar ook door scholen en verenigingen. Kleding werd door geschoven naar een jonger kind. Soms ging men zover, dat een jongetje een meisjes jasje droeg. Iets wat enkel aan de sluiting te zien was.
Wie met zo'n ruim zittende doorgeschoven kledingstuk op school kwam, kreeg soms te horen : "Jij hebt vast een grote broer / zus thuis."
De zinken afvalemmers (foto) waren nooit propvol. Er weer weinig gekocht vanwege gebrek aan geld en er werd weinig weggegooid. Er reed een schillenboer rond, die het keukenafval kwam ophalen. Dat ging naar boerderijen. Er reed ook een voddenman met handkar door de straten. Hij haalde oude kleding op. Etenswaar werd op het gevraagde gewicht geleverd. Melk en soep werden los geleverd. Dus een pannetje meenemen naar de melkman en soepvrouw in de straat. Later kwamen de melkflessen, maar ook die gingen terug. De doppen werden voor goede doelen gespaard. Blikken kwamen in de winter meer in beeld. Niet zoveel, want men weckte (inmaken van groente en fruit) nog zelf thuis in een grote ketel gevuld met weckpotten. En er was een Keulse pot met zoute bonen.
Eten weggooien was een doodzonde. Vanwege de ervaringen in de oorlog. Er waren nog bonnen in omloop en er was weinig keus. Dus geen aanbod in allerlei hoeveelheden en/of soorten.
Er was ook nauwelijks sprake van rommel op straat. De straatveger veegde over het algemeen de gevallen bladeren van bomen op. En op school leerden we, dat ons klimaat verandert. Vanwege onze ouderwets opleiding weten wij, dat Nederland een minuscuul stipje is op de wereldbol. Dus hoezo 'het klimaat veranderen?
We leerden ook dat er jongens en meisjes zijn en mannen en vrouwen. Wie anders beweerde was niet goed in het hoofd.