Als ik in een stoffige omgeving ben of werk, dan begint mijn keel al te kriebelen als ik met mijn vingers stof voel. Gisteren heb ik mijn stoffige werkschoenen schoongemaakt. Ik heb ze met regenwater afgenomen en in de zon laten drogen. Daarna zijn ze in die ouderwetse schoensmeer (niet van Erdal) gezet. Het zijn nu net zondagse schoenen. Vandaag zijn Fenna en ik de enige thuis. Gisteren niet, want we hadden een logeetje dat bleef slapen. Het is vandaag een mooie gelegenheid om het huishouden te doen. Ik heb eerst de logeerkamer op zolder in orde gemaakt en de boel opengezet. Er bevindt zich een groot dakvenster met aan de andere kant, op de overloop, een kleiner exemplaar. Zo kan de zolder even doorgeblazen worden, want er staat een wat koele wind.
Daarna heb ik de stofzuiger bij zijn slurf gepakt en uit de kast getrokken. Fenna verkeert nog steeds in de rui en laat ongezien haren op de vloer vallen. Gelukkig wordt het alsmaar minder. We kammen en borstelen bijna dagelijks om uitval op de vloer te voorkomen. Dat scheelt wel.
Als ik alleen thuis ben, geniet ik bijna van het huishoudelijk werk. Net alsof ik het in mijn eigen hoofd aan het opschonen ben. Het is voor mij een soort ontspanning geworden. Het zal wel te maken hebben met mijn opgelopen beperking, want voorheen had ik dat niet. Ik kan me ook niet herinneren, dat ik zo vrolijk werd van huishoudelijk werk. Maar ik ben wel blij, dat mijn moeder ons dat aangeleerd heeft.
Na het stofzuigen, wat ik ook onder de overkapping doe, gaat de dweil over het laminaat. Dat kan nu met een gerust hart, omdat het buiten droog is. Ondanks het drogen van Fenna voordat ze naar binnen mag, laat ze pootafdrukken achter.
Na de dweilbeurt geurt het in huis heerlijk fris vanwege de allesreiniger met citroengeur. Als laatste doe ik het kleinste kamertje. Daar hangt na het schoonmaken een frisse geur van chloor. Ja, chloor. Dat andere geurloze spul zet wat mij betreft geen zoden aan de geurdijk. Huishouden dus. Ik vind het een ontspannende bezigheid. Maar niet iedereen vindt dat.