maandag 22 augustus 2022

Uit mijn jeugd, of?

Zoals bekend heb ik iets met het Duitse. Ik weet nog steeds niet waar dat vandaan komt. Ik herinner me dat ik met de Duitse taal op school geen moeite had. Hij sprak me erg aan en de toestanden met de naamvallen kwamen mij logisch over. Ik had alleen een hekel aan het vak Literatuur. Je weet wel met al die dichters en schrijvers en hun werken. Maar dat gold voor alle talen, ook de Nederlandse. Ik heb een gevoel voor talen, iets wat mij tijdens mijn reguliere opleiding naar de A kant gedreven heeft.
Heeft die 'voorliefde' voor Duits soms te maken met mijn jeugd? Als jochie ben ik met een vriendje en zijn ouders een paar keer naar Duitsland geweest. Dat was voor mij toen een hele belevenis. Maar ik kan me niet herinneren, dat ik toen iets met de taal had. Hetzelfde geldt voor de keren dat ik in (West-)Duitsland op oefening was. Dat was dus na mijn schooltijd.
Het kwam wat later, ik denk tijdens vakanties. Ik maak ook in het buitenland vrij snel contact met de lokale bevolking. Ik herinner me nog de eerste keer dat ik in Nienburg a/d Weser was. Dat was begin jaren 70. Mijn zus woonde toen in Stolzenau. Het was eigenlijk bedoeld als een soort van weerzien uit de tijd dat ik in die omgeving een militaire oefening deed. Met name de brug over de Weser staat nog helder op mijn netvlies. Maar toen ik daar was, overviel mij een ander gevoel. Een lastig te beschrijven gevoel, een mix van opwinding en weemoed. Raar, want ik had verder niet zoveel op met die legeroefening.
Ik kreeg al vrij snel een zwak voor Duitstalige muziek. Als kind en tiener al. Dat begon niet met Rudolf Schock hoor. Hij was een favoriet van mijn moeder. Nee, het begon voor mij met Marlene Dietrich (Lili Marleen), Freddy Quinn (Junge komm bald wieder) en Connie Froboes (Zwei kleiner Italiener). Vooral in de jaren 50 was dat voor velen een nog lastig iets : genieten van Duitstalige muziek.