Als jochie greep ik elke kans aan om buiten te mogen spelen. Mijn moeder was daar geen voorstander van, want anders zou ik net zo brutaal worden als 'die straatjongens'. Vele jaren later begreep ik dat 'brutaal' mondig was.
Als ik dan een keer naar buiten mocht, vroeg mijn moeder vaak : "Neem je dan ook je zusje mee?" Dat was een vraag, maar daar was geen 'nee, mam' als antwoord op mogelijk. Met of zonder zusje was het altijd weer leuk. Nog leuker is dat mijn zusje aan die momenten enkel leuke herinneringen heeft. Want, wat er ook gebeurde ik wist er altijd wel iets leuks van te maken. Nu was het wel zo, dat ik niet altijd stond te springen om gezelschap van mijn zusje. Ik wilde soms ook jongensdingen doen. Zoals bij mijn vriendje aan de overkant van de Rijn of andere vriendjes spelen. Zo'n plannetje ging dan in rook op, omdat ik mijn zusje mee moest nemen. Maar van het alternatief maakte ik dan toch weer iets leuks. Want thuisblijven was voor mij geen optie.