Als mijn vader rond deze tijd van het jaar met de auto op pad ging, maakte hij altijd eerst de beslagenramen schoon. Reden voor ons, jonge onwetende tieners, om vanachter het raam van de huiskamer soms te roepen : "Stap nou maar in pa en ga rijden!" Later, na het behalen van het rijbewijs, wisten we beter.
Hier in de buurt is een fietspad dat een weg kruist. De tweewielers hebben daar voorrang. Toen Fenna ter hoogte van die kruising wat stond te snuffelen, keek ik naar het passerend verkeer. Op dat punt heb ik diverse keren bijna-aanrijdingen gezien van automobilisten met fietsers. Bij helder zicht.
Wat mij dit keer opviel was dat er relatief veel auto's met beslagen ramen daar passeerden. Aan de lichaamstaal van de bestuurders was te zien, dat het zicht hen belemmerd werd. Ze stopten weliswaar voor fietsers (scholieren), maar lieten niet het raampje even neer en weer omhoog gaan. Met geopend raam zie je meer en vaak wordt het gelijk wat geveegd. Maar ja, aan de passagierskant komen ook fietsers voorbij. Een gedoe dus. En dan zijn de bestuurders ouders, voornamelijk moeders, die ook nog een kind naast zich hebben zitten. Daarom begrijp ik dus helemaal niets van dat gedrag.
Een paar keer heb ik op dat punt voorbij wandelend met een veeg autoraampjes schoongemaakt, toen ze daar stonden te wachten. Wat denk je? Dan wordt er toch met wat schaamte een glimlach getoond. Maar of ze ervan geleerd hebben?