Zijn moeder is overleden, hoorde ik afgelopen week. Veel verdriet heeft ie er niet van. Hij is als kind door zijn moeder genegeerd. Zijn vader behandelde hem wel als zijn kind. Net zoals hij ook zijn beide zusjes behandelde. Die twee zusjes waren de oogappels van moeder. Hij was een soort Assepoester. Hij moest allerlei huishoudelijk werk doen. Zijn zusjes werden ontzien en voorgetrokken, verwend. Hij was in alles de klos. Uitgesloten van leuke bezigheden. Als vader met hen alleen thuis was, werden ze gelijk behandeld. De zussen beklaagden zich over die behandeling bij hun moeder. Ze waren niet gewend huishoudelijk werk te doen. Gevolg was ruzie tussen moeder en vader, gevolgd door een echtscheiding. Hij wilde heel graag bij zijn vader blijven, maar dat mocht niet. Zijn vader vond het wel goed. Hij heeft zodoende een nare jeugd gekend. Om die reden verliet hij het ouderlijk huis op jonge leeftijd. De relatie met zijn moeder en zusters staat sindsdien op een erg laag pitje.
Nu zijn moeder is overleden nemen zijn zusters hem kwalijk, dat hij geen verdriet toont. Zijn uitleg wordt niet geaccepteerd. Gevolg : ruzie in de tent. Net zoals vroeger. Hij heeft afscheid genomen van zijn moeder. En zijn beide zusters. Voorgoed.
Het is weer zo'n voorbeeld waarin een kind zijn ouders op een eigen manier beleefd heeft. Ik hoor en lees het geregeld, dat de ervaringen van broers en zusters onderling heel erg kunnen verschillen. Jammer dat daar onderling niet altijd begrip voor is.