zaterdag 25 januari 2020

Zwaaien en een praatje

Als ik Fenna ga uitlaten en ik loop met haar onze ronde, komen we vaak bekenden tegen. Mensen die ik ken en bekenden van het uitlaten van een hond. Het begint al hier vlakbij. Dan zwaai ik naar de overbuurvrouw als ze in haar stoel bij het raam zit. Daarna nog twee adressen waar de mensen ook binnen zitten. En voor de rest de mensen met honden, die ik ontmoet. Vaak maken we dan een praatje en soms lopen we samen verder. Er lopen hier ook een paar mensen rond, die zich beperken tot een korte groet. Met twee van hen heb ik een paar jaar geleden ook nog geregeld gesproken. Maar opeens bleef het bij een wat schuchtere groet. Ik heb ze een keer aangesproken met de openingszin : "Gaat het goed met u? We hebben elkaar al zo'n lange tijd niet meer gesproken." Hun reacties waren hetzelfde : ze herinnerden zich de gesprekjes met mij niet meer. Ze keken mij ook wat verbouwereerd aan. In de geest van : "Wie is die man?" Meestal lopen ze al groetend door. Zonder naar mij te kijken. Met hun blik recht vooruit. Ze zijn ouder dan ik en ik ben blij dat ik me hen nog wel kan herinneren. Weer iemand anders gaf zelf aan, dat hij aan dementie lijdt. Dat was tijdens ons gesprekje te merken. Ik zag dat hij soms de draad kwijt was. Hij had dan een wat lege blik in de ogen. Alsof ie opeens heel ergens anders was. Daarna begon hij opeens heel ergens anders over te praten. Ik liet hem maar z'n gang gaan, want hij vond het merkbaar leuk om even in gesprek te zijn. Wie weet, nog even en dan schrijft of spreekt misschien iemand ook zo over mij.