vrijdag 31 januari 2020
Velletje naar achteren!
Ik zie me nog zo staan in een grote zinken teil. In een badkamer waar een petroleumstel een grote zinken ton met wasgoed verwarmde. Mijn broer was voor mij 'in bad' geweest. Ik herinner me nog de keer dat mijn vader ons op een zaterdagmiddag waste. Dat deed hij tamelijk grondig. Alsof mijn lijfje het dek van een schip was, zo schrobde hij. Nee, niet met een borstel hoor. Met een washand. Hij zeepte me in met de naar teer geurende roodkleurige zeep. Had ie uit Engeland meegenomen. Mijn haartjes werden ook in de sop gezet. Daarna begon hij het grijs gekleurde zeepwater uit de teil over me heen te gieten. Zijn instructie daarbij : "Mond open en door je neus ademen." Tijdens het afspoelen riep ie opeens : "Velletje naar achteren!" Even aarzelde ik, want ik begreep niet direct wat hij bedoelde. Hij zag mijn ietwat verwarde blik, wees naar onderen en zei : "Van dat ding daar! Poetsen!" Gedwee deed ik wat mij opgedragen werd. Daarna werd ik met schoon warm water afgespoeld. Ik kan er weer een week tegen. Maar vanmiddag mag ik niet naar buiten. En dat op de zaterdag!