Het was begin jaren 90 toen ik, zittend achter een bureau, me voor het eerst echt serieus afvroeg : "Wat doe ik hier?" Het bleef niet bij die vraag. Op die warrige periode keek ik later terug, toen ik een zwager van mij daarover sprak. Voor hem was ik om duistere redenen ontevreden. Logisch, want ik had een goed betalende baan, een fijn gezin en lieve partner, een huis enz. En ik had mijn HBO opleidingen tot een goed einde gebracht, wat mij tot de op dat moment hoogste functie bracht. Dus waarom klagen?
In die periode ging het erg slecht met het bedrijf waar ik werkte. De markt voor de detachering was weliswaar goed, maar het management op kantoor liet het afweten. Ik herinner me nog dat ik in die periode zelf geregeld een opdracht regelde. Een kwestie van ogen en oren open houden en een beetje nadenken. Niet veel later ging de zaak failliet. Ik had er bijna 10 jaar gewerkt.
Mijn geestestoestand zal ook te maken hebben gehad met een soort van midlife crisis, met de bekende bijbehorende vragen, inclusief die over mogelijke veranderingen. Ruim 10 jaar later kreeg ik weer die Wat doe ik hier? vraag voor getoverd. Toen vroeg ik me af, waarom mijn beide broers er niet meer waren en ik wel.
Het heeft even geduurd, maar sindsdien komt die vraag niet meer bij mij op. Misschien komt die vraag weer na mijn overlijden, als ik in het hiernamaals om me heen kijk : "Wat doe ik hier?" Tja, je weet maar nooit.