Van dichtbij heb ik meegemaakt, dat mensen voor hun overlijden veranderden. Ze hebben als terminale patiënten de tijd genomen en gekregen om over hun leven na te denken en zijn tot inzicht gekomen. De een maakt schoonschip, de andere verandert zijn of haar houding ten opzichte van anderen of zekere situaties.
Het lijkt mij logisch dat iemand wat dat betreft met een schone lei afscheid van het leven wil nemen. En toch. Er zijn ook mensen (ver op leeftijd en terminaal) die blijven volharden in hun nare houding. Die tot hun dood vervelend blijven doen. Die om zich heen blijven schoppen en bijten en niets willen weten van een schone lei, ondanks dat hun gedrag hen tot een levenslange veroordeling heeft geleid in een cel die zij hun leven noemen. Iedereen, inclusief partner, kinderen en vrienden weggejaagd. Elke dag weer nare gedachten en naar doen. Hun nare gedrag is een eerste natuur geworden, die zich als een pitbull heeft vastgebeten in hun hoofd. Zoals die ziekte zich vastgebeten heeft in hun lichaam. Ik vind het zo triest te zien wat een mens niet alleen anderen, maar vooral zichzelf kan aandoen. Tot aan de dood toe.