Als ik naar zo’n survival programma kijk, dan beeld ik me in dat ik erbij ben. Toen de vrouwen een visnet in zee aanbrachten, vond ik dat op zo’n slechte manier gedaan. Ik miste ook het aas. Je moet die vissen wel lokken. Dat deden wij door mosselen en/of zee-egels kapot te maken en dat als lokaas te gebruiken. Voedsel dat vissen normaal ook in hun omgeving kunnen vinden. Van aangespoelde blikjes, touw en veertjes kan je ook een vislijn met kunstaas maken. Toen ze een varken in een strik hadden gevangen, gingen de dames eerst een uur in beraad. Toen ze terugkwamen om het te slachten vluchtte het beest met een touw om z’n poot. Dat beest had al een uur dood moeten zijn, hè. Als je een vuurboog kunt maken, dan kan je toch ook een boog met pijlen maken om te gaan jagen?
Het lukte ze wel om een flinke vis te regelen. Die kregen ze van een paar vissers die het eiland passeerden. Ik zag een mij zeer bekende vis, een barracuda! We zijn op Curaçao een keer midden in de nacht wakker gemaakt om zo’n beest schoon te maken. Hij was gevangen door een kennis van pa, ene meneer Van de Zanden. Die had in een zelf gemaakt bootje dat monster gevangen. De insnijdingen van de vislijn stonden in zijn handen. Die vis smaakte overigens prima. Maar dat was vooral te danken aan de kookkunsten van mijn moeder.
Op Curaçao leerden we veel over jagen en vissen. Met zelf gemaakte jachtwapens zoals een katapult, een vangkooi, een harpoen en een vislijn om een blikje gewikkeld. Vuurtjes stoken en gebruiken om eten te bereiden konden we ook. Vanwege gebrek aan geld waren we veel creatiever dan de hedendaagse jeugd en eerder genoemde vrouwen.