Mijn leven is gebaseerd op het aloude concept van : naar school gaan, studeren, werken tot je 65 wordt en tussendoor leuke dingen doen. Dat alles doorspekt met de slogan : er moet brood op de plank komen! Wat ik niet direct inzag, was dat ik web van allerlei verplichtingen terechtkwam. Zodoende moest ik blijven werken en dus in een vicieuze cirkel ronddraaien. Naarmate ik ouder werd, begon ik aan dit concept te twijfelen. Het begon toen ik te maken kreeg met werkende mensen, die vanwege een vroegtijdig overlijden niet eens hun pensioen haalden. Het zette mij aan het denken. De situaties rond (ernstig) zieke medewerkers, ontslagen personeel vanwege reorganisaties (loyaliteit en inzet speelde plots geen enkele rol) deden mij inzien slechts een soort werktuig te zijn, waaraan verdiend kon worden. Tegenwoordig worden mensen al op jonge leeftijd via de leerplicht in dat concept gepropt met een studieschuld als startbonus. Aan het eind wacht hen ook nog een naar later verschoven pensioenleeftijd.
Wat blijft er nu voor mij nog over? Een slechts korte tijd, waarin ik me met minder energie en een zwakkere gezondheid me mag gaan vermaken in een tijd met hoge kosten en een laag inkomen. Er zijn meer beperkingen bijgekomen vanwege het virus.