donderdag 11 februari 2021

Winterse herinneringen

Er zijn inmiddels al diverse ijsbanen geopend. Mooi zo. Zelf heb ik er niets mee, want ik zit liever bij de open haard. Maar anderen is het gaarne gegund. Het gaat immers om plezier en beweging, beide gezonde zaken. Voor zover het niet over je doodlachen en/of verrekte spieren of gebroken botten gaat.

Als kind had ik nog wel wat met sneeuw en ijs. Dat waren toen nog de echte winters. Eerst met wollensokjes als wanten, die later vervangen werden door echte wanten, gebreid door mijn lieve mamma. Ze zaten met een lang touwtje aan elkaar verbonden. Dat touwtje ging van mijn rechter want, door mijn mouw en jas en vervolgens door de andere mouw naar de want voor mijn linker handje. Zo raakte ik mijn wanten dus nooit kwijt. Slim hoor. Het nadeel was wel, dat ik mijn snotneusje niet gemakkelijk kon snuiten. Maar dan was er de mouw van mijn jasje nog altijd. Die maakte ik schoon voordat ik weer naar huis ging. Ik hoefde enkel even mijn mouw strak te trekken. De bevroren snot sprong er dan pardoes vanaf. Aan de deur kwamen verkopers met handschoenen met halve vingers. Soms sloegen ze met hun armen over hun borst heen en weer of bliezen ze in hun handen, vanwege de kou.
In mijn geboortedorp was 'ons ijsbaantje' het water rond de Gereformeerde kerk aan de Hoofdstraat. Dus recht tegenover ons huis aan de Resedastraat. We beperkten ons toen tot het wat ruimere deel van het water aan onze kant van de kerk. In andere jaargetijden viste ik daar op stekelbaarsjes, ving ik kikkerdril en bestudeerde de libellen die daar in het riet zaten. Soms kreeg
ik wat brood mee voor de eendjes. Maar die kregen dat nooit van mij. Niet vanwege gezeur over dat het slecht zou zijn voor de (water)vogels en zo, maar omdat ik zelf vaak trek had. Vroeger hadden de beesten blijkbaar ook veel meer weerstand. Ik ben trouwens in al die jaren slechts één keer op mijn hoofd gescheten door een boos schreeuwende meeuw.
Aan het eind van de BG Cortslaan, waar later de Chr. Ulo school gebouwd werd, was ook even een ijsbaan. Compleet met koek en zopie tent en heuse verlichting 's avonds. Het had wel iets gezelligs. Eerder hoorde ik van een volwassen iemand over een ijsbaan aan de Kom van Aaiweg. Die baan was van voor mijn tijd. De ijsbaan moest verdwijnen toen later de openbare Julianaschool gebouwd. Je weet wel, die van de kinderen die later niet naar de hemel zouden gaan. Althans dat werd mij op de lagere school een keer verteld. Het kan best zijn, dat de betreffende leraar zelf vanwege die overtuiging niet in de hemel gekomen is. De keus tussen een christelijke slechterik en een ongelovige goedzak lijkt me ook voor Onze Lieve Heer geen moeilijke.
Vlak voor mijn vertrek naar Curaçao hebben wij in schoolverband nog wedstrijden gereden op de nieuwe, echte ijsbaan aan de Mauritssingel. Die was eind jaren 50 aangelegd op een stuk grond, dat voorheen weiland was van onze buurman boer Braat.