maandag 27 juni 2022

Leuk contact

markt en kathedraal in Arad
Af en toe spreek ik de Roemeense buurtbewoner. Ik ben erg blij met hen. Niet alleen vanwege hun nationaliteit, zodat ik met hem over zijn geboorteland kan praten. Ook omdat hij veel belangstelling toont voor de Nederlandse cultuur en laat zien dat hij en zijn vrouw integreren. Zij spreken beiden inmiddels al vrij goed Nederlands. Zijn vrouw zorgt thuis voor hun zoontje. Ze verwachten hun tweede kindje, dat deze week geboren wordt. De eerste is drie jaar. Een leuk en slim jochie, dat ik bijna dagelijks zie als ie met zijn moeder de hond uitlaat. De vader is dagelijks aan het werk bij een groenbedrijf. Groen is tevens zijn hobby, vertelde hij. In zijn vrije tijd is ie daar ook veel mee bezig. Hun tuinen zien er prachtig verzorgd uit.
Omdat we over kinderen spraken, vroeg hij naar wat die van ons nu doen. Toen hij hoorde dat het ze alle drie goed gaat, vroeg hij naar onze manier van opvoeden. Die sloot aan bij zijn / hun manier. Ik had niet anders verwacht, omdat in wezen zij dezelfde opvoeding hebben gekregen als wij. Daarin waren zaken als luisteren, doen wat er gezegd wordt, geen tegenspraak en straf voor mij herkenbaar.
Ik vind het een leuk stel, dat de handen uit de mouwen heeft gestoken en z'n best doet om te integreren. Over de Nederlanders vroeg hij mij, waarom er vrij snel geschreeuwd en gescholden wordt. Als op een gewone manier gecommuniceerd wordt, is hij tot een gesprek bereid. Hij is de rust zelve. Het ging om een buurtbewoner die het vervelend vindt, dat de Roemeen zijn auto soms op 'zijn plek' parkeert. En een ander die op die manier klaagde over rommel in de brandgang toen de Roemeen zijn achtertuin opknapte en een overkapping aan het bouwen was. De oude materialen had hij naar zeggen keurig in de gang opgestapeld. Totdat kinderen ermee begonnen te klooien. Het afval had daar nog geen anderhalve dag gelegen, voordat het door de Roemeen afgevoerd werd. Daar kan menige Nederlander een voorbeeld aan nemen. Gezien zijn inborst en manier van werken, geloof ik hem op zijn woord. Ik zei hem, dat veel mensen last hebben van stress en afgunst en dat ie zich daar weinig van moest aantrekken. Want al doen ze hun best, er is altijd wel iemand die zeurt. Ik maakte hem een compliment voor zijn Nederlands en de manier waarop ze integreren. Ze mogen in deze buurt best eens wat positiefs horen.