We hebben een keer op een camping in opbouw gestaan. We betaalden voor een jaarplaats (12 maanden, het hele jaar open), ƒ 650,= exclusief elektriciteit. In eerste instantie stonden we daar met onze toercaravan. Later ruilden we die in voor een stacaravan op dezelfde camping.
Op een dag kregen we van de beheerder een dikke envelop. Wij niet alleen, alle gasten die daar verbleven. Ook een aantal nieuwkomers, dat van een andere camping moest vertrekken en zich net geïnstalleerd had. In een begeleidend schrijven stond, dat de prijs van een jaarplaats ƒ 1.250 per 1 januari zou worden. De camping zou ook niet meer het hele jaar toegankelijk zijn. Er kwamen openingstijden : vanaf 1 maart tot 1 november.
In de envelop zat ook een contract. Of we dat ondertekend en wel wilden retourneren. Het was een standaardovereenkomst van een overkoepelend orgaan; de Recron. In het contract stonden zoveel regels, dat we als gasten aan handen en voeten gebonden werden. Zelfs als we de stacaravan wilden verkopen, moest er eerst toestemming komen van de eigenaar / beheerder. We hadden destijds twee honden. Dat mocht ook niet meer. Slechts 1 huisdier was toegestaan. Voor alles en nog wat moest vooraf en tijdig toestemming gevraagd worden. Dat contract hebben wij dus nooit getekend. We besloten de stacaravan maar van de hand te doen. Jammer, want het was een zeer leuke stek.
Ik moet er af en toe aan terugdenken als ik de prijsontwikkelingen zie. Alles wordt veel duurder, terwijl datgene wat ik ervoor terugkrijg aanzienlijk minder is. Het gewicht of de inhoud is minder. Het gaat zelfs zo ver, dat het plaatwerk van moderne auto's ook dunner is geworden. Wie een beetje oplet merkt het. We worden van twee kanten gepakt. De verhogingen zijn dubbelop : veel meer voor (stiekem) minder.