Als iets lukt geeft mij dat een fijn gevoel. Misschien ging ik daarom nauwelijks met tegenzin naar mijn werk. In de donkere periode kreeg ik het een en ander te horen over de zogenaamde geluksstofje in mijn hoofd. Ook wel bekend onder de naam serotonine. Het wordt ook wel het zelfvertrouwen-molecuul of het gelukshormoon genoemd. Het is een belangrijk stofje voor de gemoedstoestand en zelfvertrouwen. Het neutraliseert ook de cortisol (stresshormoon) in het lichaam, wat helpt om stress te voorkomen. Dat stofje was er niet meer. Ik vond niets meer leuk.
Dat stofje wordt o.a. aangemaakt wanneer iets gelukt is en ik er een tevreden/blij en soms bijna euforisch gevoel van krijg. Ik leerde toen dat ik dat gevoel moest zien vast te houden. O.a. door geregeld terug te denken aan het behaalde succes. Zoals over drempels heen stappen. Op die manier moest in mijn hoofd de depressie verdreven worden. Dat is aardig gelukt.
Het betekende wel, dat ik dingen moest gaan doen om te kunnen genieten en met tevredenheid op terug te kunnen kijken. Zoals vandaag.