Toen ik nog een jochie was, werd mij nauwelijks iets gevraagd. Ik kreeg opdrachten, commando's. Dus geen vragen in de geest van 'wil je soms...?' en helemaal geen 'Wimmie wil ...'. Ik had niets te willen. Als ik het waagde een zin te beginnen met 'Ik wil...' dan onderbrak mijn moeder mij direct met : 'Jouw wil staat achter de deur, met een bezemsteel'. Dat antwoord was een vrij uitgebreide les. Niet alleen dat ik niets te willen had, maar dat ik zoiets ook niet meer mocht zeggen. Ik moest ook nog beter leren luisteren en dat bij geen gehoor geven aan dat soort regels, er een heuse mep zou volgen.
Later kwam ik die mep weer tegen. Maar toen was ik al zo'n 30 jaar ouder. Die mep stond voor Managers Effectiviteit Programma. Tja, mijn moeder was haar tijd wel heel erg ver vooruit. Haar programma kon je op een lucifersdoosje schrijven : mep. Het programma dat ik volgde stond op zo'n 10 cassettebandjes van 30 minuten per kant! Daarmee leerde ik onder andere omgaan met medewerkers wier ouders weinig tot niets van mijn moeders mep afwisten. Zoals motiveren, het werk op tijd af hebben, gesprekken met ze voeren en meer van dat soort zaken, die ik als kind al geleerd had. Er was er ook een met als onderwerp 'Omgaan met lastige medewerkers'. Nou, daar wist mijn moeder wel raad mee. Die MEP van mijn moeder vind ik achteraf gezien veel leerzamer en effectiever dan al die cassettebandjes bij elkaar.