Het heeft weer een beetje gevroren afgelopen nacht. Toen Fenna en ik op stap gingen, vroeg een buurtbewoonster of ik haar even kon helpen. Ze stond wat hulpeloos bij haar auto, waarvan de portieren vastgevroren waren. Toen ik vroeg of het vijfde portier naar de bagageruimte ook vastzat, liep ze naar de achterkant van haar auto. Gelukkig kreeg ze die klep open. Toen ie eenmaal open was, zou ze via die ruimte naar binnen kunnen komen, door de rugleuningen van de achterbak neer te klappen. Maar dat was niet nodig. Het portier aan de bestuurderskant liet even later ook los. Waarschijnlijk vanwege de instromende buitenlucht.
Het oponthoud kwam gelegen, want ik wilde een bepaalde ontmoeting ontlopen. Zoals bekend is hier een aantal nieuwe bewoners met honden komen wonen. Een van die beesten valt nogal fel uit als ze andere honden ziet. Ook op grotere afstand. 's Morgens, tussen half en kwart voor negen laat een vrouw de hond uit. Ze staat minuten lang op een stukje groen te wachten totdat de teef haar behoefte gedaan heeft. Aan opruimen doet de vrouw niet. Ze staat wel op een kruising waar wij langskomen. Zowel op de heen- als op de terugweg. Dus is het een kwestie van timing om hen niet tegen te komen. Omdat de vrouw constant met haar telefoon bezig is, zou het kunnen zijn dat haar hond onverwacht een ruk aan de riem geeft en ontsnapt. Ze heeft de riem niet om de pols of arm of zo geslagen, maar los in de hand terwijl ze constant op haar telefoon staat te drukken. Ik heb haar al een paar keer paniekerig haar hond zien vasthouden, toen wij en anderen met een hond passeerden. Voorkomen is beter dan genezen, denk ik dan maar.