Gedurende langere tijd heb ik wat afstand gehouden van mijn vader. Iets wat door zijn houding mij werd ingegeven. Ik heb lang gedacht, dat hij ons (mijn broers en zus hadden er ook moeite mee) op de een of andere manier niet mocht. En dus had ik voor mijn gevoel geen vader. Gelukkig kwam ik er op tijd achter, dat hij wel degelijk om ons gaf. Hij uitte dat op een heel andere manier. Hij deed dat door dingen voor ons te doen of ons te geven. Dat was zijn manier van tonen, dat hij om ons gaf. Zo kregen wij, de jongens, een bromfiets. Daar hoefden we niet voor te werken. Hij heeft een paar keer een auto weggeven en hielp o.a. door de aanschaf van meubilair enz. Voor al zijn kleinkinderen had hij een spaarrekening geopend. Hij bracht mij vaak op de zondagavond naar het station, als ik weer terug ging naar Zuidlaren om aan mijn militaire verplichtingen te voldoen. Als ik al die zaken bij elkaar optel, ik heb hem dat ook voor andere gezinsleden zien doen, dan kan het niet anders zijn, dat hij best wel van ons hield. Op zijn manier.
Zoals gezegd kwam ik daar op tijd achter. Dus ben ik hem anders gaan behandelen. Een beetje als een vader, want hij was niet zo van dat kleffe gedoe en ik was dat niet gewend. Ik heb daarom geregeld wat voor hem gekocht. Variërend van muziek tot gereedschap. Ik heb hem op zijn manier laten blijken, dat ik ook best wel van hem hield. Door dingen te geven en voor hem te doen. Ik hoop dat ie dat zo ook ervaren heeft.