|
een dikke laag polyester |
Zoals gemeld ben ik bezig met een van de achterportieren van de werkbus. De hoek onderin van het portier was doorgeroest. VW had weliswaar een diesel-gate, maar er is dus ook nog een gatenkaas-gate. Halverwege het portier was ook sprake van een kleine gatenkaas. Ik heb ze afgelopen week geschuurd, vervolgens een antiroestbehandeling gegeven en daarna met polyester geplamuurd. Dat plamuur bestaat uit twee componenten. Een afgemeten hoeveelheid van het plamuur moest ik mengen met een bepaalde hoeveelheid verharder uit een tubetje. Daarna had ik een aantal minuten de tijd om het spul te gebruiken. Ik heb dat vreemde chemische goedje er flink dik opgesmeerd en geprobeerd het tussen de beplating te proppen, zodat het zwakke dubbele plaatwerk weer wat stevigheid zou krijgen. Het was vrij snel uitgehard. Ik had nog wat over, maar dat heb ik bewust niet in de afvalcontainer gegooid. Ik voelde namelijk dat het spul warm werd.
|
drogen en dan naar buiten |
Na het uitharden ben ik de boel gaan schuren. Eerst met de schuurschijf om de meest dikke plakken polyester snel te doen veranderen in stof. Dat plamuur is werkelijk keihard! Daarna ben ik met fijn schuurpapier bezig geweest. Of eigenlijk een schuurspons die ik met water schoon hield. Om mijn rug te sparen ben ik er maar bij gaan zitten, op het trapje van de camper. Toen de plekken naar mijn idee glad waren, heb ik ze laten drogen. Daarna heb ik er een laagje grondverf op aangebracht. Maandag gaat de bus weer op pad en dan zijn de plekken in elk geval wat beschermd tegen vuil en regen. Later wordt het weer wat schuren en dan in kleur spuiten. Het is een voorlopige oplossing, want de baas is op zoek naar een andere deur. Tot dan smoelt het portier aanzienlijk beter dan met de gatenkazen.