Toen ik aan het begin van mijn loopbaan solliciteerde, deed ik dat met een handgeschreven brief. Zo'n brief las ik een paar keer over, om eventuele fouten te corrigeren. Mijn schrijven was immers ook mijn visitekaartje. Als ik ergens gesolliciteerd had en ik kreeg een antwoord, dan keek op dezelfde manier naar zo'n brief. Uiteraard met het accent op de inhoud.
Soms maakte ik een brief niet eens open. Zoals toen de envelop vermeldde, dat de brief bestemd was voor de heer Oudheusden of Oussoren. Die brieven verdwenen ongeopend in de prullenbak. Ik ben daar een keer later over gebeld door een meneer. Hij had begrip voor mijn uitleg en reactie. Ik zei hem dat als de aandacht voor mij al zo laag is, ik weinig van het bedrijf te verwachten had.
Niet alleen brieven, alles wat de deur uitgaat naar relaties vormt een visitekaartje. Dus ook contracten. Toen ik als zelfstandige werkte, maakte ik gebruik van standaardcontracten die in de branche gangbaar waren. Ik paste ze aan op de situatie. Ook die contracten las ik diverse keren door alvorens ze de deur uitgingen.
Een aantal keren heb ik contracten voorbij zien komen, die duidelijk gekopieerd en vervolgens slordig aangepast waren. Daar stonden nog de namen in van de vorige klant en delen van het werk. Als ik dergelijke contracten voorbij zie komen, dan haak ik ook af. Prutswerk van iemand die met kwaliteit weinig op heeft en toch op een belangrijke plek zit.