woensdag 17 oktober 2018

In de wachtkamer

Gistermiddag, toen ik achter in de tuin wat bezig was, zag ik een vrouw wat rondkijken. Ze liep wat heen en weer en bleef af en toe stilstaan. Ik dacht dat ze op zoek was naar een bepaald adres. Dus sprak ik haar aan : "Goede middag, bent u verdwaald?" Ze lachte en zei, dat ze wat rondkeek in de buurt. Ze vertelde dat ze ooit in Dronten heeft gewoond, maar nu in een appartement van een verzorgingstehuis woont. Ten zuiden van Utrecht, dicht bij haar dochter in de buurt. Ze is op aanraden van haar dochter verhuisd. Maar nu, anderhalf jaar later, wil ze terug naar Dronten. Ze sprak vrij open over de afgelopen periode. "Ik heb daar goed kunnen nadenken over mijn leven. Over wat ik eigenlijk zelf wil. Ik vroeg me daar al snel af : wat doe ik hier eigenlijk?."
Ze probeerde mij uit te leggen met welke gevoelens zij daar woonde. Ze had moeite met het beschrijven ervan. Ik onderbrak haar met de opmerking : "Een familielid van mij vertelde mij ooit, dat zo'n bejaardentehuis een wachtkamer naar de dood is." Ze leek te schrikken, maar bevestigde mijn opmerking met : "Precies!" Ik schoot duidelijke in de roos. Ze vertelde over al die oudjes met kwaaltjes. Dat ze daar als een behoorlijk gezond iemand zich steeds ongelukkiger van ging voelen. Vervolgens vroeg ze mij naar de buurt en ons huisje. Ze wilde niet binnenkomen om de woning te bekijken, want ze moest weer op tijd terug, richting Utrecht. Voordat ze weer vertrok, vroeg ze me : "Mag ik weten hoe oud u bent?" Ik zei dat ik bijna 70 ben. "Gôh, dan zijn we even oud!", fluisterde ze en lachte fijntjes alsof we samen een geheimpje deelden. Ze nam afscheid en wandelde weg.