Na aan mijn militaire dienstplicht te hebben voldaan, kreeg ik via mijn broer Joop mijn eerste baan. Al na de eerste dag vroeg ik me verontrust af of ik dat werk soms tot mijn 65 ste zou moeten volhouden. Wat erg was dat, zeg! Maar ach, het was november 1970 en voor die tijd blijkbaar een gewone werksituatie. Ik moest het toch nog volhouden, want met mijn inkomen betaalde ik een cursus (Computer)programmeur die ik destijds volgde aan het Forwardness Institute (ja, ja) in Amsterdam. Gelukkig werden mijn talenten ontdekt tijdens een testronde van de Bank Giro Centrale in Amsterdam. Ik werd drie keer getest en goed genoeg bevonden, om een opleiding van een jaar te gaan volgen. Dat jaar bestond uit de opleiding van 6 maanden en 2x drie maanden praktijk. Dat laatste hield in dat ik ingezet werd op verschillende afdelingen, om zodoende het bedrijf te leren kennen. Ik kreeg tijdens de opleiding een voor mij riant salaris met vergoedingen.
In die periode gebeurde het dat ik op een dag, na thuiskomst, niet meer over mijn eigen kamer kon beschikken. Mijn spullen stonden op de overloop en in mijn kamer huisde een jong stel, waarvan de vrouw hoogzwanger was.

Het was een leerzaam jaar. Niet alleen wat betreft de computerkennis, maar ook over het leven in het algemeen. Ik moest immers voor mezelf zorgen. Voor een warme maaltijd kon ik kiezen uit eten in het zeer goedkope bedrijfsrestaurant of in De Groene Lantaarn, een eetcafé op loopafstand in een zijstraat van de Overtoom, de 2e Constantijn Huygensstraat. Ik ging meestal naar dat café, omdat het daar veel gezelliger was.