Af en toe zie ik stukjes van programma's, waarin mensen gedurende een bepaalde tijd proberen te overleven op een onbewoond eiland of in een desolaat gebied. De laatste keren betrof het groepen van mensen, die op een onbewoond eiland werden achtergelaten. Zomaar mensen, die zich vrijwillig hadden opgegeven met verschillende achtergronden. Erg interessant te zien hoe uit al die individuen een hechte groep ontstaat, met een gemeenschappelijk doel : overleven.
Sommigen halen de eindstreep niet, vanwege fysieke en/of psychische problemen. Of gewoon omdat ze het opeens niet meer zien zitten. Anderen worden door de groep weggestuurd. Zoals laatst een bullebak, die meende als een dictator de groep te gaan leiden. Ondanks de hem getoonde schrijnende beelden achteraf, hield meneer vol goed bezig geweest te zijn. Zonde van zo'n gemiste levensles.
Wat me in het algemeen opvalt is, dat men in de eerste dagen vaak wat ligt te luieren of wat rondhangt. Alsof het een vakantie betrof. Men bereid zich nauwelijks voor op een langer verblijf, gedurende welke men zelf voor het voedsel en drinken moet zorgen. Slechts sporadisch is er iemand die bijvoorbeeld een boog met pijlen of een speer of hengel maakt. De meesten denken daar pas aan als ze bijna uitgehongerd een prooi zien. Het maken en brandend houden (droge houtvoorraden aanleggen) van een vuur staat ook nauwelijks in de belangstelling. En als men vuur maakt, houdt men geen rekening met de mogelijkheid dat het door regen of door opkomende vloed gedoofd kan worden. Een goed (slaap)verblijf maken is ook zo'n vergeten punt.
Niet alleen tijdens mijn jeugd, ook tijdens mijn militaire diensttijd heb ik veel geleerd over overleven. In mijn jeugd bouwden we hutten, stookten we vuurtjes (vergrootglas mee), maakten we ons eigen speelgoed en dus ook pijlen en bogen, katapulten, blaaspijpen, strikken enz. Ik leerde ook vissen te lokken met platgeslagen zeeslakken en -egels. We waren erg creatief. De overlevingsoefeningen heb ik niet als vervelend ervaren. Eerder als een uitdaging.
Het interessante is dat ik in die programma's een duidelijk verschil zie tussen de mensen met een moderne en die met een meer ouderwetse / degelijke opvoeding. Ik bedoel je kunt weliswaar liggend op een strand de hele dag roepen en klagen dat je honger hebt, maar je moeder is er niet en zal ook niet komen. Ook het dagritme waaraan de uitspraak 'wie niet werkt zal niet eten' ontleend is, is velen vreemd. Men gaat pas aan het werk, als de situatie nijpend wordt en men nauwelijks energie over heeft. De deelnemers die wel zo'n dagritme willen volgen, hebben het vaak moeilijk. Ze gedragen zich immers anders dan de rest. De rest wil wel eten en drinken, maar er iets voor doen... ho maar. Dus aansporingen worden als vervelend ervaren. Maar ach, om het programma interessant te maken, kiezen de producers natuurlijk voor mensen die geen ervaring hebben op het gebied van overleven, het liefst twee linker handen hebben en die alles in de schoot geworpen krijgen. Anders wordt zo'n programma snel saai.
In wezen is overleven net als het gewone leven. I will survive.