Onze waarnemend minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Kaag (D66), droeg tijdens haar bezoek aan Iran een hoofddoek. Tot grote ontsteltenis van gevluchte Iraniërs. En Nederlanders. Die doek moest ze dragen, anders kwam ze het land niet in, zo probeerde ze de kritiek te weerleggen. Kaag maakte dus zonder gezeur de knieval, 'want', zo zei ze 'ik moet me nu eenmaal aanpassen aan de normen en waarden van het land dat ik bezoek'. Laat ik eerlijk zijn : Kaag was daar op bezoek en daar gelden nu eenmaal andere regels dan hier. Wat dat betreft gedroeg zij zich voorbeeldig. Aan de andere kant moet ik ook toegeven, dat ze als vrouw niet onderdrukt werd door haar gastheren. Dus Iran paste zich ook wat aan.
Wat ik echter niet begrijp is dat D66 c.s. in eigen land de visie omtrent normen en waarden geheel loslaat. Dan is het eerder andersom : ons land moet zich aanpassen aan bezoek van vreemden. Ik vind dat erg inconsequent en uitnodigend in negatieve zin voor bezoekers. Kaag c.s. zetten met hun inconsequente (of is het laffe?) houding onze cultuur op de tocht.
Inconsequent vind ik ook de manier waarop ons land met genocides omgaat. Onlangs is die van de Turken ten opzichte van de Armeniërs door de Tweede Kamer bestempeld als genocide. Over ons aandeel in de genocide in Srebrenica spreekt ons landje liever niet. Ook toen was sprake van een laffe daad.