woensdag 13 mei 2015

Verloedering van de Nederlandse taal

Eerder schreef ik over de hausse aan taalfouten op de sociale media. Sommige teksten verleiden mij tot een uitdaging. Ik probeer dan iemands schoolopleiding in te schatten. Vaak heb ik het bij het juiste eind. Soms probeer ik ook het milieu waarin iemand is opgegroeid in te schatten.
Gisteren hebben Tim en ik lol gehad over taalfouten. Niet alleen maar lol, maar ik hoop Tim ook wat geleerd te hebben. Het begon ermee omdat ik een van de kids het woord 'enigste' hoorde gebruiken, toen we met z'n allen aan een ijsje zaten te lebberen. Een veel gehoord woord, dat niet correct is. Als er maar één van is (enig) dan is een vergrotende (eniger), laat staan een overtreffende trap (enigst) onlogisch. Ik heb het maar vergeleken met het woord 'alleen'. Ik ben alleen, maar hij is allener, maar zij is het alleenst. Daar moest Tim toch wel om lachen.
een ijsje voor haar
Toen vroeg ik Tim of de zin  'hun hebben dat gezegd' correct is. Volgens Tim was daar niets mis mee. Logisch want het klonk hem heel gewoon in de oren. Er zijn zoveel mensen die dat woordje 'hun' verkeerd gebruiken. Ik vergeleek het met een andere bezittelijk voornaamwoorden als : zijn, ons, haar en mijn. Toen ik zei : "Zijn heeft dat gezegd", was het weer lachen geblazen. Ik vertelde Tim over een voorval in de stad Leiden, waar een vader voor zijn zoontje een ijsje kocht. Leidse pa zei : "Een ijssie voor sijn!" Hahaha! Natuurlijk kwam ook 'hullie' voorbij. En niet te vergeten 'me moeder' in plaats van m'n of mijn moeder.  Toen gingen we over op woorden als kunnen en kennen, waarvan veel mensen het verschil niet kennen ('hoe ken ik dat nou wetûh?!'). Dat geldt ook voor de woorden liggen en leggen Wat is het verschil tussen die twee? Dat legt eraan. Voor veel laag opgeleiden gaat zelfs het ligt uit. Het viel me op dat Tim al behoorlijk op de hoogte is van onze (correcte) taal. Ik ben er blij mee.