Het wemelt hier van de katten voor de deur. En een van hen is van ons. Veel woningen hebben een kattenluikje in de deur. Wij ook. Die katten zorgen natuurlijk voor een bepaalde mate van overlast. Die van ons ook. Dankzij de aanwezigheid van Fenna, komen ze niet snel in onze tuin. Die van ons, Tom, wel. Maar ze kwamen wel via het openstaand dakraam naar binnen. Op zolder liggen ze dan in een grote stoel te zonnen! Die van ons soms ook. Maar ook dat was van korte duur, want Willem met de waterpomptang heeft de nodige maatregelen getroffen. Nu komen er geen katten meer op zolder. Die van ons ook niet.
Er zijn ook bewoners die de dakhazen voeren. Ze zetten bakjes met melk en brokken in hun tuin. Dat eten schijnt menige kat beter te smaken dan wat ze thuis voorgeschoteld krijgen. Ik zie ze vaak geduldig wachten op tuintafels, stoelen en bankjes. Een aantal tuinen lijdt onder de aanwezigheid van welgevulde katten. Niet alle tuinen, want sommigen zijn onderhoudsvrij. Dat noemde we vroeger 'bestraat', maar dat klinkt nogal ordinair.
|
Eh....is Tom thuis? |
Niet alle eigenaren zijn blij met het buiten de deur eten van hun kat. "Ik zie mijn kat nauwelijks nog!", klaagde iemand. Soms komen er katers aan de deur. Maar zodra Fenna haar kop door het luik steekt, gaan ze er vandoor. Niet alle katten zijn bang voor haar. Ze klimmen ook op de vensterbank voor het raam en kijken dan brutaal naar binnen. Het is maar net hoe ze opgevoed zijn.