Fenna kreeg na haar terugkeer last van een kater. Niet zomaar een kater, maar Tom. Tom heeft zijn jeugd in een slaapkamer doorgebracht. Dus hij moest na aankomst nog van alles leren. Maar inmiddels is Tom behoorlijk gewend aan het dagelijks leven, zowel binnen als buiten. Hij mauwt, eet, slaapt en hang 's nachts op straat rond. Helemaal geïntegreerd dus!
Tussen Fenna en Tom viel de kennismaking over en weer eigenlijk best mee. Ze voelen elkaar goed aan. Dus Tom is de baas, terwijl Fenna verwoede pogingen doet om met hem te spelen. Op haar drukke manier, waar Tom helemaal niet van gediend is. De machtspositie van mate zelfverzekerdheid van Tom is erg interessant om te zien. Als er zich een kleine botsing heeft voorgedaan, loopt Tom rustig bij Fenna weg. Zonder om te kijken en met de staart fier omhoog. Alleen als Fenna op heel rustige wijzer Tom benaderd, kan het gebeuren dat ze elkaars neuzen besnuffelen. Heel even maar, want dan is het telkens Tom die aangeeft dat het genoeg is. Dat is louter lichaamstaal, zonder geblaas of uithalen met de poten. Ik zie alleen de blik in Tom's ogen veranderen, als het zover is. Fenna trekt zich dan telkens weer rustig terug. Maar als Tom gaat rennen, dan zie ik het jachtinstinct van Fenna in een seconde tevoorschijn komen.
Als ik Tom aanhaal, is Fenna duidelijk jaloers. Het liefst wil ze Tom dan even grijpen. Tom weet dat, dus komt ie vaak stiekem even bij me zitten. Ik haal hem dan aan, zonder iets te zeggen. Want zodra Fenna hoort dat ik zijn naam zeg, schiet ze overeind om Tom van mijn schoot weg te jagen.