INOG, Indische Naoorlogse Generatie. Van mijn nieuwe Indische oma kreeg ik wat leesvoer mee. Dat gebeurde naar aanleiding van het vertellen over mijn ervaringen als in dit land geboren naoorlogse Indo. "O, maar dan heb ik iets interessants voor jou", riep ze enthousiast. Ze liep naar een kast en pakte daar een stapeltje bladen uit. Vooral het licht gekleurde of beter verkleurde exemplaar moest ik lezen van haar.
Weer thuisgekomen heb ik nieuwsgierig het blad gepakt. Het is een publicatie uit 2002. Ik ben gaan lezen. En wat een wonder! Ik bleef lezen! In het blad vertelt een aantal mensen over hun gevoelens en ervaringen als tweede en/of derde generatie in dit land. Tijdens het lezen stuitte ik op veel herkenbare zaken, die me terugbrachten naar mijn jeugd en eigen thuissituatie. De twee culturen waar ik dagelijks mee van doen had. De zwijgzaamheid van mijn ouders over hun verleden. En dan vooral hun oorlogsverleden. De nare ervaringen die ze bewust en onbewust weggedrukt of verborgen hielden. Het gedrag dat veel van het verborgen leed al dan niet onverwacht toonde. En niet te vergeten mijn eigen worsteling en onzekerheden. Hoe leuk en fijn het was in het verre Indië werd ook zo goed als verzwegen. Ook vanwege de pijn. Een andere pijn, maar toch. En als het ter sprake kwam, was het altijd op weemoedige toon. Al lezend kreeg ik meer en meer een dualistisch gevoel. De herkenning gaf niet alleen opluchting, maar ook een gevoel van medeleven. Wat hebben veel mensen toch een zwaar leven gekend. En wat een stil verdriet.