woensdag 21 november 2018

Stiekem lachen

Als ik de anti zwarte piet demonstranten zie staan, moet ik toch ook vaak stiekem lachen. Ze doen me telkens weer denken aan de situaties, waarin ik alleen of samen met eveneens getinte collega's aan zelfspot deden. Als ik een fout gemaakt had reageerde ik met een zwaar tropisch accent dat ik toch dom ben. Of we zeiden midden in de zomer dat het erg koud was. Als we dat soort grappen maakten, werden de anderen opvallend stil. Wij waren de enigen die lachten. Een keer vertelde een collega, dat ze zich erg ongemakkelijk voelden als we aan zelfspot deden. Alsof donkere mensen alleen grappen over anderen (blanken) mochten maken.
Veel mensen zijn voorzien van een dosis vooroordeel. Ik ook hoor. De vraag aan mij : "Waar kom je vandaan?" beantwoord ik geregeld met de locatie waar ik het laatst was. Bijvoorbeeld : van de garage of uit de loods of iets dergelijks. Na zo'n antwoord zie ik opeens enige twijfel en wacht ik op de aanvullende vraag. Vaak is die : "Ik bedoel uit welk land." Tja, dan zeg ik dus Nederland. En dan wordt het nog lastiger, want dat antwoord had men niet verwacht. Vaak stopt men met vragen stellen na mijn eerste antwoord. Vraag me niet waarom mensen zich zo onzeker gedragen als ze willen weten waarom ik dat kleurtje heb. Wat is er nou zou moeilijk om te vragen : wat is je culturele achtergrond? Aan de andere kant laat men zo blijken weinig tot niets af te weten van de geschiedenis van Nederlands Indië. Mijn familienaam wekt soms ook verbazing. Bij het horen of lezen ervan klonk soms : die klinkt echt Hollands.
De demonstranten zijn voor mij stuk voor stuk (N)ivea ((Niet) invullen voor een ander) mensen. Vreemd dat er zoveel blanken zijn die zich daar zo druk over maken. Het zou eerder zwart van de demonstranten moeten zien. Demonstreren is prima, maar dan graag zonder kinderen daarvan de dupe te laten worden.