Ik was nog een tiener en soms wat recalcitrant. Ik was weliswaar een gemakkelijke, wat stille puber, maar van binnen stormde het geregeld. Mijn puberteit was meer een interne aangelegenheid. Boos, teleurgesteld, opstandig, eigenwijs en onwijs. Mijn broers waren wat dat betreft wat meer extrovert. En toch dacht ik als puber veel over de dagelijkse dingen na. Een van die gedachtes was : "U mag het mij ook gewoon zeggen of uitleggen in plaats van mij direct te straffen." Volwassenen waren in die tijd nogal kort aangebonden en reageerden vaak fysiek. Een lik op stuk beleid. Zo hebben ze dat zelf ook ondergaan.
Mijn puberteit heeft mij dus ook straf en zelfs klappen opgeleverd. Dat laatste heb ik als vernederend ervaren. Volgens hen die de straffen uitvoerden, reageerde ik in alle gevallen brutaal. Volgens mij wilde ik hen mijn gelijk even uitleggen. Maar dat werd gezien als tegenspraak. En tegenspraak werd ook toen nog niet geduld.
Thuis was ik vaak een soort van diplomaat, die tussen de partijen heen en weer pendelde om de vrede te bewaren. Tussen de puberale opstandelingen en het autoritaire gezag. Sommigen weten mijn resultaten aan het feit dat ik toen de HBS deed. Zelf zocht ik het meer in begrip hebben voor. Begrip hebben voor de ons opgelegde regels en begrip voor de door ons gewenste veranderingen. Het was van mijn kant ook wel een beetje van If you can't beat them, join them. Maar ook ik onttrok me geregeld aan de regels. Op een slimme manier, denk ik. Ook toen gaf ik zelf invulling aan mijn leventje, zodat het toch leuk en vrolijk was.