Dit nummer brengt mij terug naar een van de opdrachtgevers waar ik actief geweest ben : de Rabobank. Ik was daar voor de tweede keer. De eerste keer was eind jaren 70, toen onder mijn toezicht daar een toegangsbewakingssysteem operationeel gemaakt werd. Het project Vortacs verliep niet naar wens. Er werd te veel gedaan en te weinig nagedacht, hoorde ik. Dus moest er meer denkwerk komen. Het systeem draaide op een Univac V77. Ik herinner me nog dat vaste medewerkers van de bank verbaasd waren, dat ik als 'buitenstaander' toegang had tot alle zones van het computercentrum te Zeist.
Midden jaren 80 was de tweede keer. Na die jaren van afwezigheid kreeg ik als eerste vragen gesteld over het nog steeds operationele bewakingssysteem. Haha! Ik moest een functioneel concept ontwikkelen om hard- en software en netwerken te kunnen registreren en beheren. De bouw van een relationeel datamodel was een erg interessante uitdaging. Het was in de tijd van de Tandem non-stop systemen, de grote IBM machines en de Printstraat. Ik kwam toen ook in aanraking met het KIK/KTS systeem en de Philips apparatuur met Credit / WSM. Vooral de stervormige netwerken vormden een uitdaging. Zijdelings werd mij gevraagd de doorbelasting naar de aangesloten banken (filialen) aan te passen. En af en toe kreeg 'slimme Wimmie' ook tussendoor adviesvragen in probleemgevallen. In een zo'n geval kreeg ik een bankafschrift onder mijn neus geschoven met een mij bekende naam. Oeps! Eerlijk : ik kan me de bedragen niet eens herinneren. Die waren in mijn hoofd subiet zwart gemaakt.
Tijdens een koffiepauze begon een collega van mij dit nummer te zingen. Het was de bedoeling dat ik als Julio in Regenjas zou invallen. Dat deed ik ook, maar niet zoals verwacht. Ik zong toen Olé, olééé, olé, olé! Gevolg was dat mijn collega in lachen uitbarstte en een flinke hoeveelheid koffie over de bureaus sproeide. We hadden net eerder gesproken over de armtierig teksten van Nederlandstalige liedjes, waarin veel 'lalalalala' en 'olé, olé' voorkomen.