maandag 21 januari 2019

Opvoeden en eten


Nog niet zolang geleden beschreef ik mezelf als een alleseter. Tja, dat heb je met naoorlogse kinderen : eten wat de pot schaft. Toen we zelf ouders werden, hebben we er ook naar gestreefd dat onze kinderen geen kieskeurige zeurpieten zouden worden. Dus ook eten wat de pot schaft. Zij het met dien verstande, dat wij wel begrip konden opbrengen voor het feit dat een kind niet alles lekker hoeft te vinden. Als het liever geen spruitjes eet, dan is dat voor ons al beter dan dat het spruitjes vies vindt. Dat vieze heeft vaak betrekking op het eerste hapje, dat heel kritisch en langdurig wordt geproefd. Een baby trekt ook een lelijk gezicht na een eerste hapje vast voedsel. Gewoon een kwestie van doorzetten.
Ben je vier jaar, dan neem je vier happen. Geen hapjes, maar happen dus. Want wat veel ouders vergeten is, dat een kind moet leren eten. Maar ja, veel mensen bezwijken als ze een traantje zien. Wat ze niet zien is dat zelfs een uk al weet hoe hij/zij de ouders moet bespelen. Kortom, doorzetten, want alles is te pruimen behalve een kieskeurig kind.