maandag 14 januari 2019

Een vechtsport


Op Curaçao stuurde mijn vader mij en mijn broer naar de marinierskazerne Suffisant, om daar wat aan sport te gaan doen. Vooraf wisten we niet eens wat voor sport we daar zouden gaan beoefenen. Het werd daar boksen en judo. Ik weet nog steeds niet of mijn pa dat zelf zo geregeld had, of dat de gespierde sportinstructeur onze magere lijven en onze schuchterheid was opgevallen. Meppen, gooien en smijten werd het dus. Op straat in Leiderdorp had ik al leren vechten. Thuis deden wij jongens dat ook, zij het als een soort spel. Wat overigens soms uit de hand liep.
Ik mag wel zeggen dat ik na een paar lessen in boksen en judo me nog zelfverzekerder voelde dan voorheen. In het dorp had ik immers al een paar 'grote' jongens  in een gevecht ge- en verslagen. De lessen werden abrupt beëindigd. Voor mij, nadat de instructeur tijdens een partijtje sparring mij een dreun in mijn maag gaf toen we de bovendekking oefenden. Volgens hem moest ik toch ook aan de dekking er onder blijven denken.... Aan de andere kant wist die man ons zo 'vechtlustig' te krijgen met zijn opmerkingen ('niet aaien jôh!, 'ik ben je moeder niet!' en meer van die kreten) dat we hem graag tegen de vlakte wilden slaan. Haha! Daar maakte de man mooi gebruik van.
Het vechten en de sport hebben mij ook geleerd te incasseren. Een vechtsport is niet alleen uitdelen. Ik zou bepaalde volwassen mensen willen adviseren ook eens een vechtsport te gaan doen. Dan leer je op den duur in het dagelijks leven tegen een stootje te kunnen, te incasseren.