Als ik iets mankeer ga ik naar de huis- of tandarts. Daar wacht ik meestal niet te lang mee. De wachttijd is bij mij afwachten, want wie weet is het weer snel over met de pijn. Of verdwijnt het bultje net zo spontaan als het opkwam.
Ik vind het een doodzonde om gedurende langere tijd met pijn en bezorgdheid te zitten. Zonde van mijn tijd. Ik heb liever zeven goede dagen in een week, dan zes. Dus hup, de drempel over en er wat aan (laten) doen. Het leven kan immers heel kort zijn.
Ik weet dat er mensen zijn die al heel lang lichamelijke en/of psychische klachten hebben, maar daar niets aan durven te (laten) doen. Zonde van al die verloren tijd.
Er zijn dagen geweest waarop ik, als vader, op de kids moest passen. Zo'n dag zag ik ook als een soort vrije dag voor mezelf. Op zo'n dag ging ik georganiseerd en planmatig te werk. Kinderen vinden structuur overigens ook fijn; ze weten waar ze aan toe zijn. Dus op tijd eten, slapen, spelen, boodschappen en wat huishouden doen en de hond uitlaten. De rest van de tijd iets voor mezelf doen. Zo deed ik dat op zo'n dag.
Ik liet de kids bij voorkeur in hun eigen bedje slapen. Dat is niet alleen voor hen maar ook voor mij veel aangenamer. Ik hoefde niet op te letten of de hond de slaper en/of de kids elkaar met rust lieten, ik hoefde zelf niet stil te zijn en de kleine werd ook niet onnodig in zijn slaapje gestoord. Trouwens, het geluid van de stofzuiger klonk blijkbaar als een slaapliedje. De kids werden er nooit wakker van.
Gewoon de babyfoon op tafel en de oren gespitst houden. Intussen deed ik dan iets voor mezelf of iets anders wat ik ongestoord wilde doen. Even een boodschap doen was ook een kwestie van timing, zodat het winkelen leuk bleef. Voor alle drie.
Natuurlijk waren er mindere dagen, maar over het algemeen vond ik zo'n dag geen zonde van mijn tijd. Integendeel. De boel organiseren, structuur aanbrengen en handhaven vormden de basis. Of eigenlijk : gewoon zoals we dat altijd al deden.