Toen we de beide tweewielers parkeerden, kwam een grijze auto aanrijden. Hij stopte vlak achter ons, iets schuin met de neus naar een parkeervak gericht. Achter het stuur zat een persoon wiens hoofd er net bovenuit stak. Ik ging verder met het op slot zetten van de Hanway. Een noodzakelijke voorzorgsmaatregel, want we waren immers in Lelystad.
Toen we op weg wilden naar de winkels, kwam een oude meneer met in elke hand een wandelstok naar ons toe schuifelen. Hij groette ons vriendelijk en vroeg of we hier bekend waren. Dat zijn we en misschien ben ik zelfs berucht. Haha!
Meneer vroeg naar een zorgwinkel in de buurt. Die kenden we, maar voor meneer was dat wel nog een stukje lopen. Gezien zijn fysieke toestand nogal ver, schatten we beiden in. We adviseerden hem iets verder door te rijden met de auto en aan het eind van het rechte stuk te parkeren. Dat zou al de helft in afstand schelen . Sonja liep vooruit om meneer met de auto daar naar een lege parkeerplaats te dirigeren. Dat lukte ondanks de drukte.
Vervolgens hielpen we hem met het uitladen van zijn rollator, die in de kofferbak stond. Meneer liet dankbaar blijken, blij te zijn met de hulp. Hij vertelde nog een rollator te willen kopen. Die zou bestemd zijn voor in zijn tuin. Hij vertelde dat hij 97 jaar was en dat zijn vrouw ook nog in leven is. Vlak voor het einde van de oorlog, werden hij en zijn drie maten zoals hij hen noemde, neergeschoten. Meneer overleefde als enig, maar had sindsdien een beschadigde heup.
Toen meneer hoorde dat we ook nog uit Dronten kwamen, was hij helemaal in zijn nopjes. Hij woont al ruim 30 jaar in het dorp, vertelde hij trots. Hij heeft de polder zien groeien. Toen Sonja hem naar het adres vroeg, zei ze na zijn antwoord bevestigend : "O ja, in de Boerenhemel!" Meneer keek wat verstoord. Sonja lichtte toe dat dat deel van Dronten zo genoemd wordt. Maar meneer vond de benaming merkbaar niets aan. In dat deel wonen veel voormalige boeren, die daar een huis gekocht hebben toen ze met pensioen gingen of hun bedrijf verkocht hadden, vandaar.
In de winkel aangekomen troffen we een medewerkster die met een klant bezig was. In net opzicht, hoor. Dus liet Sonja de daar uitgestalde selectie van rollators zien. Ik was in een gemakkelijke stoel gaan zitten en sloeg het tweetal gade. Het was leuk te zien hoe Sonja haar voormalige werk moeiteloos oppakte. Meneer was een en al vertrouwen en erg op zijn gemak. Ze vertelde hem ook, dat we hem weer terug naar zijn auto zouden brengen, samen met zijn tweede rollator.
Toen de medewerkster klaar was met de klant, werd meneer deskundig geholpen. Meneer had zijn keus gemaakt en dat was het. Geen discussie mogelijk.
Toen ik die twee zo gadesloeg, besefte ik opeens hoe afhankelijk sommige ouderen soms kunnen zijn van anderen.
Met z'n drieën liepen we weer terug. Vlak voor de parkeerplaats moesten we een helling af. Omhoog tijdens de heenweg, ging goed. Maar nu? Voor alle zekerheid pakte ik een van de handvatten van de meneer zijn rollator beet. Sonja adviseerde meneer nog vooral goed te remmen, maar dat was ie al snel vergeten. Met een hand remde ik de rollator af, zodat meneer in zijn eigen tempo naar beneden kon schuifelen. Het ging al die tijd voetje voor voetje en onder een gezellig praatje.
Er pasten geen twee rollators in de kofferbak, dus moest de nieuwe op de achterbank. Meneer wilde ons nog een mandje van de nieuwe meegeven. "Daar heb ik toch niets aan", legde hij uit. Maar we weigerden. Sonja zei dat zijn vrouw dat mandje heel handig zal vinden. Even later namen we afscheid. Meneer zei beslist dat we een keer langs moesten komen voor een kop koffie.
We gingen alsnog onze boodschappen doen. Het was weliswaar een uur later geworden, maar we hebben er beiden een goed gevoel voor teruggekregen.