Op Amsterdam Centraal stap ik over op een snelle verbinding die mij met slechts één stop (Schiphol) naar Rotterdam moet brengen. Ik heb maar 5 minuten om van het ene naar het andere perron te komen, maar ben in goede conditie.
Als ik hijgend en puffend geheel buiten adem in mijn stoel plof, duurt het toch nog eens vijf minuten voordat de trein zich in beweging zet. Als ik dat geweten had...
Na de stop op Schiphol sta ik na een rit door een tunnel zo'n 20 minuten later op Rotterdam CS. De oude woningen bij stations in de randstad doen mij beseffen hoe jong de Flevopolder eigenlijk is. Aan de witte overkapping zie ik dat ik in een
nieuw deel van het station ben. Dit keer heb ik iets meer tijd om over te stappen op de trein naar mijn eindbestemming : Roosendaal. Er stappen veel studenten in. Die zitten tegenwoordig meer thuis dan in de collegezaal. Alles wordt eenvoudiger. En oppervlakkiger. Een van hen neemt tegenover mij plaats en gaat aan de slag. Terwijl de rest naar hun schermpjes staart, schrijft zij een A4'tje vol. Ze heeft een mooi, typisch meisjes handschrift. De trein schudt flink heen en weer als hij het station verlaat. Maar haar geschreven woorden blijven keurig op de lijntjes. Knap. Ik heb delen van het traject geregeld met de auto gereden. Zo'n treinreis laat me het landschap van een heel andere kant zien. Zittend in de trein ben ik toch soms even de weg kwijt.