|
mamma met mij als baby |
Vanwege haar zware astma moesten we van mamma helpen in de huishouding. Als mijn broers en ik van (lagere) school kwamen, was het eerst aardappelen schillen en groente schoonmaken. Soms ook boodschappen doen, met het boekje naar de kruidenier. Stof afnemen, bedden opmaken, de afwas doen, koken en helpen met de was hoorden daar ook bij. Wat het koken betreft begon het 's morgens : klaarmaken van de havermoutpap. De dikke brei ging in diepe borden. Daarna werd er wat suiker overheen gestrooid. Soms goten we er wat extra melk overeen, omdat de pap als een dikke koek in het bord lag.
Mijn vader had een takenlijstje naast de deur van de woonkamer opgehangen. Daarop stond wie wat wanneer moest doen. Daar stonden niet de namen van alle kinderen op. Pa was weinig thuis. Hij was bij de Marine. De Onderzeedienst. Hij was vaak weken van huis. Hij is zelfs een keer anderhalf jaar weggeweest. Naar Nieuw Guinea.
|
Pa, links, op Nieuw Guinea |
Mijn oudere zus had een deel van mamma's taken opgelegd gekregen. Dat dreigde ten koste te gaan van haar schoolopleiding. Een bezoekje van een leraar van de Ulo school was het gevolg. Hij vroeg mijn moeder of mijn zus wat meer tijd aan haar huiswerk mocht besteden.
Mamma wilde niet dat we buiten speelden. Daar waren immers de 'straatjongens', die brutale Hollandse kinderen. Maar ja, we moesten toch ook naar school. Dus ging de knop bij mij om zodra ik de deur uit was. Ik wilde me toch zeker bij vriendjes aansluiten? Dus moest ik me net als hen gedragen, als een 'straatjongen'. Weer thuis ging de knop in de Indo-stand : gedwee, zonder weerwoord, gehoorzaam en beleefd. Met de tijd werd die knop automatisch omgezet : aan, uit, aan, uit... Tot aan mijn puberjaren.
|
Kerst 1956, een foto voor pa |
Opvallend genoeg doken de kinderen vaak de keuken in, als mamma even weg was. Ik herinner me nog dat ik nogal bezig was met suiker, als ik stiekem in de keuken aan de slag ging. Ik deed een paar eetlepels in een koekenpan en maakte op mijn manier knapperige karamel. Ik maakte ook mokka van boter, suiker en koffiepoeder en at het vervolgens op. Ik zal het afgekeken hebben van mamma als ze een taart maakte. Ze bakte ook cakes, haar wonderpan. Gewone en marmer cakes met chocolade. We hielpen haar dan. Voor ons was het een feest om het restant van het beslag te mogen opmaken. Met onze wijsvinger veegden we dan de beslagkom leeg. Met kerst en Pasen bakte ze grote krentenbroden, die ze 'schildpad' noemde. Zo traag als een schildpad kroop soms de tijd voorbij, want in huis raakten wij, de drie oudste jongens, uitgekeken. We wilden naar buiten.