"Ledigheid is des duivels oorkussen", zei mijn moeder soms. Wie niets te doen heeft, bedenkt rare / nare dingen. Gelukkig heb ik wel wat te doen. Vanmorgen ben ik wat achterstallig werk in de loods gaan doen. Vanwege mijn gezondheid en de ziekte van Fenna ben ik afgelopen weken minder vaak naar de loods gegaan. De keren dat ik gegaan ben, beperkte ik me tot wat opruimen. Ik heb het oud ijzer gewoon in een bak gegooid. Zonder het te scheiden.
Vanmorgen heb ik de inhoud van die bak alsnog aangepakt en ben het metaal gaan scheiden. Het betrof voornamelijk stalen cv en koperen gas- / waterleidingen met messing koppelingen. Met de radio aan, wat een slap geklets van die dj's, ben ik aan de slag gegaan. Er waren ook leidingen die gelakt waren. Erg vervelend, want ik krijg de moeren van koppelingen er dan moeilijk vanaf. Ze sluiten vrij nauw om de metalen leidingen. Om ze te kunnen verwijderen, moet ik ze over de buis heen kunnen wegschuiven. Door de lak lukt dat niet. Dus heb ik geregeld moeten zagen. Tussentijds meende ik geklop te horen. Maar ik kon het geluid niet goed lokaliseren. Omdat het bleef aanhouden, ben ik naar buiten gegaan. Daar stond een auto voor de overheaddeur. Een man kwam op het geluid van de geopende zijdeur af. Hij vroeg of de zoon nog auto's poetste. Hij beschreef mensen, die eerder op dit adres gewoond hebben. Maar die zijn dus vertrokken. Meneer bedankte mij en vertrok ook.
Ik was na een uur klaar. Daarna heb ik de boel opgeruimd (inclusief dozen / karton) en de vloer wat aangeveegd. Het was 12.10 uur toen ik weer tevreden op mijn fiets stapte. Inmiddels regende het een beetje.