Als ik ergens ben, probeer ik me aan te passen. Ook wat eten en drinken betreft. Ergo : eten wat de lokale pot schaft. Als ik dan lees hoe bepaalde vluchtelingen zich over het eten uitlaten, dan schrik ik. Wat een ondankbaar en onbeleefd volk! En het is niet de eerste keer, dat vluchtelingen klagen over het eten of de huisvesting. Klagen over het eten heb ik nooit gedaan. Ook al smaakte mij niet alles even lekker.
Het enige dat ik vaak weigerde, was het drinken van alcohol. Daar kan ik gewoonweg niet tegen en het is slecht voor de grijze massa (kan ook dubbelzinnig opgevat worden). Ik word suf en val in slaap. In Roemenië betrof het zelf gebrouwen tuiça. Dat drankje wordt gemaakt van allerlei vruchten. Het alcoholpercentage gaat boven de 70%! Dat ik het weigerde werd toch wel als een minbeurt beschouwd. Ik heb tijdens mijn eerste bezoek in 1972 per ongeluk gedronken. Het werd in een limonade glas geserveerd en het zag eruit als water. Daarna ben ik in slaap gevallen. 😅Later, toen we een middagje gingen vissen, heb ik weer per ongeluk een flinke slok genomen uit een meegenomen fles. Ik dacht weer dat het water was. Tja, de bekende ezel en de steen. 😂In 2013 en 2017 heb ik het slechts 1x geproefd, een nipje genomen. Uit beleefdheid. Maar wat het eten betreft : ik at gewoon mee. Het kwam niet bij mij op om gedurende mijn verblijf te gaan klagen over wat dan ook. Ik was namelijk een (vakantie)gast, een huisvriend, die de gastvrijheid zeer waardeerde en respecteerde.
Ik sloeg wel het gerookte buikspek over, dat op de ontbijttafel geserveerd werd. Dat was vanwege mijn cholesterol. Ik koos voor het andere vlees, onder meer de salami en zelf gerookte worst en de kaas. De goed gevulde soep tijdens de lunch vond ik erg lekker. Net zoals de verse paprika bij het ontbijt. In het algemeen ben ik een alleseter. Iedereen heeft wel wat.