Toen ik nog bij mijn ouders thuis genoot van het leven, aten we in de regel aardappels met groente. Wat vreemd misschien voor een Indo familie, maar zo was het wel. Later kwam er een stukje vlees bij. Maar toen was ik al een tiener. Alleen voor de kostwinner was er vlees. Wat pa niet lustte kwam trouwens niet op tafel. Dus geen pasta's. Zo ging dat vroeger. Maar ja, we moesten meer vlees gaan eten, want de boeren moesten van de overheid meer gaan produceren. Intensiever werken, met gevolg de boterberg (in de jaren 50 was boter nog een geliefd product bij smokkelaars) en een stijgende export. Per m2 een grotere opbrengst dus. Misschien een voortvloeisel uit de woningbouw, waar per m2 zoveel mogelijk mensen moeten gaan wonen. Ergo : flatgebouwen en torenflats.
Thuis aten we de andijvie als gekookte groente. De andijvie was dan ook ietwat gebonden. Ik vond het prima smaken. In militaire dienst noemden de maten de gekookte andijvie camouflagenetten. Velen aten die groente niet. Daar keek ik wel van op. Er was ook ten aanzien van ander voedsel veel kieskeurigheid. Ik heb geen honger geleden. 😃
Wij koken de andijvie nauwelijks. We maken van de rauwe groenten meestal een stamppot. Met spekkies. Ik maak zelf eerst een puree van de gekookte (kruimige) aardappels. Een puree met een smaakje. Afgezien van het bekende klontje boter, wat melk en de nootmuskaat, doe ik er ook wat ketoembar (ook wel koriander genoemd) en knoflookpoeder in. En de uitgebakken spekkies. Daarna wordt de rauwe andijvie er doorheen gejast. Soms behandel ik de andijvie eerst als sla. Dan meng ik het met wat azijn voordat het door de puree gaat.
Vanavond is het weer zover. We eten de stamppot andijvie vanavond met een hamburgertje met gebakken uit en champignons in de jus. Zoals we vaker doen koken we voor twee dagen. Dus morgen en anders overmorgen staat er weer stamppot op het menu. Dan smaakt ie trouwens nog lekkerder.